· 

Mammografie

 

Eind jaren ’80 (ik was toen bijna 30) ontdekte ik een knobbeltje in mijn borst.

De huisarts verwees mij door en in het OLVG in Amsterdam onderging ik mijn eerste mammografie.

Destijds hadden die apparaten nog platte koude metalen platen. Bovendien werd er een punctie genomen waarbij door middel van een holle naald (best een behoorlijke) vocht uit de borst werd gezogen dat in het laboratorium onderzocht werd op eventuele kwalijke cellen.

 

Het knobbeltje (dat er overigens nog altijd zit) bleek goedaardig en mijn leven ging verder zoals voorheen.

 

Begin 2000 ontdekte ik een knobbeltje in mijn andere borst waarna ik onder behandeling kwam in het Lucas-Andreas Ziekenhuis.

Tweeënhalf jaar lang werden er om de zes maanden echo’s van mijn borsten gemaakt. Een dure methode want de behandeling wordt door de radioloog zelf uitgevoerd en die kost uiteraard heel wat meer dan een laborant.

 

Voordat hiertoe besloten werd vond er onderzoek plaats. 

Ik stond met inmiddels ontbloot bovenlijf in het behandelkamertje toen er vier mannen binnenkwamen; de chirurg en 3 jonge mannen in opleiding. De specialist voelde mijn borsten en vroeg of ik het goed vond dat de AIOS-ers ook even zouden voelen. ‘Tuurlijk, hoe moet je anders het vak leren’ vond ik, maar terwijl ik daar stond, in alleen mijn onderbroek, omringd door vier mannen die allemaal aan mijn borsten zaten, voelde ik mij steeds kleiner worden.

Ik kon vervolgens gaan liggen op de behandeltafel die nu leek op een laag bij de grond soort stretcher.

De chirurg pakte de punctienaald en ramde die vervolgens in mijn borst. Ik schrok ervan, slaakte een korte kreet van de pijn en keek in de onthutste ogen van de AIOS-ers.

Driekwartier later kreeg ik de uitslag al. Toen ik tegenover de chirurg plaatsnam vertelde ik hem dat ik twintig jaar geleden ook een punctie had gehad, maar dat ik mij niet kon herinneren dat het zo pijn had gedaan als vandaag. 

Ik kreeg een behoorlijke arrogante veeg uit de pan en ik moest niet zeuren, want wat wist ik er nou van.

Ik stapte ontdaan in mijn auto, kon de veiligheidsgordel nauwelijks verdragen en reed naar huis, mij voornemend dat ik nooit meer in mijn eentje naar een dergelijk onderzoek moest gaan.

 

’s Avonds belde ik mijn vader, een inmiddels gepensioneerd arts. Hij was woest op de chirurg.

Ik herinner mij een verhaal van mijn vader van toen hij coschappen liep en een prachtige donkere borst moest onderzoeken en opereren.

Het maakte veel indruk op hem en hij vertelde mij later meerdere malen dat volgens hem niets zo onvoorspelbaar is als de gevoeligheid van borsten. ‘Bij de een hoef je er maar naar te kijken’, legde hij uit ‘terwijl de ander vrijwel niets voelt’.

 

Ik heb drie weken lang met een enorme kneuzing op mijn borst rond gelopen die eerst blauwpaars en na verloop van tijd geelgroen kleurde.

 

Toen ik een half jaar later terugkwam in het Lucas-Andreas en vroeg naar de behandeld arts werd mij verteld dat hij er niet langer werkte en dat ik bij een andere specialist onder controle kwam. Een uitermate vriendelijke man die, toen ik eenmaal ontslagen werd van controle, mij op het hart drukte dat ik bij iedere vorm van onzekerheid of vermoeden altijd weer terug kon komen.

 

 

Foto: Ziekenhuis Gelderse Vallei

 

Een paar jaar liet ik de borstonderzoeken voor wat ze waren, maar na je vijftigste krijg je uitnodigingen voor de tweejaarlijkse mammografie waardoor je eraan herinnerd wordt om actie te ondernemen.

Ik besloot in plaats van mammografie te kiezen voor thermografie, ondanks het feit dat er in Nederland veel weerstand tegen is en het bovendien niet vergoed wordt.

 

De coronapandemie maakte echter dat de thermografie-onderzoeken werden uitgesteld, waarna helaas de prijzen omhoog gingen en ik andere keuzes ben gaan maken.

 

Twee jaar geleden stapte ik die bus weer in. Met tegenzin, dat geef ik toe, en ook met enige scepsis omdat ook mammo’s geen 100% zekerheid bieden weet ik inmiddels uit mijn directe omgeving.

De dame die mij hielp, zelf ook al wat ouder, was minder gehaast en gedrild dan ik eerder had meegemaakt. De koude metalen platen zijn inmiddels ingewisseld voor iets voorgevormde kunststof platen, maar op de een of andere wijze vinden de medewerkers altijd dat ‘net even verder dan genoeg’ beter is dan ‘voldoende’. Je borsten liggen dus belachelijk ver uitgerekt en geplet tussen die platen. Ik begrijp ook wel dat die foto’s duur zijn, dus dat ze het liefst in één keer moeten lukken, maar waarom moet je altijd op je tenen staan, je balans houden, dus niet bewegen terwijl het velletje van je oksel net klem zit in dat apparaat!

 

‘Als de penis er tussen had gemoeten, waren de apparaten allang aangepast geweest’ opperde ik met een lachje. Waarna ik vervolgens de volle strenge lading over mij heen kreeg van dat we tegenwoordig maar alles gemakkelijk willen en nergens meer dankbaar voor zijn ...

 

Ik stapte de bus uit en bedacht mij dat je verandering en innovatie niet van dit soort mensen kunt verwachten. Deze mensen volgen en voeren met een oprecht hart uit wat ze geleerd hebben.

 

Toch zijn er wel mensen die over verbeteringen in de medische wereld nadenken. Op de boot naar Schiermonnikoog ontmoette ik een jonge man die technische geneeskunde studeert. Ik had er nog niet van gehoord, maar het stemde mij hoopvol.

 

Hopelijk is de mammografie-apparatuur inmiddels afgeschreven zodat er ruimte is om het borstonderzoek next level te tillen. Immers jaarlijks krijgen in Nederland (bron UMC Utrecht) 13000 vrouwen en 100 mannen deze ziekte.

 

Ik wens jou het inzicht dat niemand voor jou kan bepalen waar jouw pijngrens ligt. Bovendien hoop ik dat instanties inclusief ziekenhuizen niet langer op hun websites zetten dat puncties pijnloos zijn. Het onderzoek en de behandeling van en voor vrouwen verdient nog veel meer aandacht.

 

Ik kom uit een nest waar respect en ontzag voor de zorg met de paplepel is ingegoten. 

Laten we alsjeblieft wél innovatief en onderzoekend zijn, dus laat mijn blog bijdragen aan meer bewustwording en compassievolle zorg.