We zitten in een kring bijeen voor meditatie, vijf vrouwen en hun leraar.
Voorzichtig opper ik dat ik zo graag eens alle voorafgaande stappen over zou willen slaan om zodoende direct in mijzelf en in dit moment te voelen en te ervaren.
Of zeg ik nou iets heel raars?
Ik bedoel, als ik mijn ogen sluit en eindelijk eens even niets hoef al was het alleen al van mijzelf, dan zink ik vaak in een zachte liefdevolle rust die mij lijkt te dragen, die bevestigt dat ik mag zijn zoals ik nu ben en nergens naartoe hoef.
Ik hoef niet beter te worden, niet meer te ervaren dan wat zich nu aandient en ik hunker even niet naar extra kennis. Gewoon mogen zijn met wie ik weet dat ik ben.
Al die stappen van doe dit en vervolgens dat leiden vaak zo af. Ze voelen alsof ik eerst een proefwerk moet afronden wat vervolgens goedgekeurd moet worden voordat ik door mag. Waarom kan ik er al niet zijn, nu, hier, gewoon op dit moment?'
De leraar kijkt mij liefdevol en vol begrip aan en zegt 'Niets verbiedt je om te mediteren op je eigen wijze. Mediteren gaat immers niet over een techniek die je zou moeten leren beheersen, mediteren stelt je in staat om in contact te komen met de diepste waarheid.
Waar jij op doelt is intuïtie, de hoogste vorm van innerlijk weten. De meeste van ons zijn de verbinding hiermee vergeten. Onze rationele cultuur heeft intuïtie gelijk gemaakt aan instinct en het daardoor als dierlijk en minderwaardig gekenmerkt.
Om bij intuïtie te kunnen komen zullen we het intellect moeten verstillen. Daarvoor zijn allerlei methoden ontwikkeld.
Maar ze zijn ontwikkeld door mannen voor mannen omdat het voor ons zoveel moeilijker is om de bovenzinnelijke wereld te ervaren. Vrouwen hebben dat sinds het begin der tijden gekund, al zijn ook veel vrouwen die verbinding kwijtgeraakt. Ook zij zijn gaan geloven in dogma's en beheersing van mentale methodes’.
We kijken elkaar vol ontsteltenis aan. Wat wij van nature weten en kunnen zou goed genoeg zijn? Moet het dan niet eerst moeilijk worden voor het makkelijk kan?