Pelgrimage 7 - Klooster
"When everyone is trying to be something, be nothing."
- Shams Tabrizi
De woorden ‘Als ik de ware tegenkom stop ik met jou’ bleken een knalrode trigger in mij.
Er volgden zware weken, zowel voor de man die ze had willen uitspreken als voor mij.
Gelukkig voelde ik ook dat ik naar een volgend traject op mijn pad werd getild. De Amerikanen spreken van grace en inderdaad, als de tijd verstrijkt en je verstandig genoeg bent om met je trauma aan de slag te gaan, dan transformeert die pijn in de genade die je nodig hebt om te helen.
Excuses uitspreken was te lastig voor hem al merkte ik wel de wens tot verzoening. Zijn trots zat hem in de weg en bovendien werd hij teveel in beslag genomen door zijn eigen pijn. ‘Angst om voluit te leven’ noemde hij het. We verbraken ons contact en inmiddels is hij overleden.
Volgens de wijsheid van yoga is angst één van de vijf obstakels (klesha’s) om tot bevrijding te komen. Angst om afgewezen te worden, om tekort te komen, om te falen, angst om onszelf te zijn, angst voor lijden en onze grootste angst, de dood. Angst belemmert ons om voluit te leven.
Om voluit te kunnen leven zullen we ons kwetsbaar op moeten durven stellen.
The full package, van de handrem af, al onze zwaktes en onze sterke kanten, zonder maskers, authentiek.
Voluit is immers niet persé luid, veel, geld over de balk, overdaad en over grenzen.
Net zomin als authentiek synoniem is aan sentimenteel, dramatisch en vol pijn.
Die zin ‘Als ik de ware tegenkom’ liet alle alarmbellen afgaan en binnen een paar dagen begreep ik dat ik die woorden anders moest gaan begrijpen. Meer nog dan ‘Stel dat dit je laatste jaar is’ (zie Een jaar leven - pelgrimage 5) werd de vraag nu ‘Wie is de ware in mij́ en wat heeft zij nodig’.
Dat is wat mij betreft spiritualiteit en dat is voluit leven.
Als je vol dus vervuld bent van binnen, dan zal zich dat vanzelf tonen.
Jouw volheid ga je uiten, op welke manier dan ook, in kunst, in zorg, in leiderschap, in dienstbaarheid …
Als je leeg bent van binnen dan zoek je de invulling buiten je, in spullen, afleiding, de schuld, bevestiging, bevrediging, hoop en vrede.
Genade leerde mij dat het mijn zielsverlangen is om te ‘zijn’. Als je jezelf toestaat om te mogen zijn, dan vloeien daar vanzelfsprekend andere vormen van ‘zijn’ uit voort: goed genoeg zijn, tevreden zijn en dankbaar, zijn met wat is ondanks en dankzij alles, ouder zijn, een mens in ontwikkeling zijn, eenvoudig durven zijn, niet bang zijn …
Ik reisde met de trein naar het klooster in Boxmeer. En eerlijk is eerlijk, ik stel me daarop in, want al kan het heerlijk rustig zijn om je te laten vervoeren, er zitten ook nadelen aan treinreizen.
Na een overstap hoor ik twee vrouwen achter mij buiten adem neerploffen. Net op tijd de trein gehaald.
‘Dit is niet meer zen’, hoor ik één van de twee zeggen. ‘Ze kunnen de trein nog zo aan willen bevelen, maar zo is het echt niet zen meer’.
Het Japanse Zen heeft haar oorsprong in het Chinese woord Chan, een beoefening uit het Mahayana Boeddhisme en daarmee met wortels in India, aangezien de Boeddha uit India kwam, een gebied met eeuwenoude wijsheid uit de Veda’s.
Meditatie en onderzoek naar onze ware natuur staan centraal in Zen-beoefening.
De documentaire Hallelujah over Leonard Cohen geeft een mooi inkijkje in de wijze van beoefening.
Er zijn ook prachtige documentaires over Chinese Chankloosters te vinden.
Wat hoe dan ook snel duidelijk wordt is dat zen geen bubblebad of ligbed aan het zwembad is, net zomin als dat het even een momentje voor jezelf met een trendy koffie is.
De rust die ervaren beoefenaars van spiritualiteit ademen (of het nou de zusters en broeders hier in het klooster zijn, monniken in een Boeddhistisch klooster of Vedische ashram of sjamanen in de Amazone) komt door urenlang in stilte naar binnen durven kijken.
Waar ik het eerder over volheid had (gevuld zijn door vrede, liefde, licht) is er tegelijkertijd de beoefening van jezelf leegmaken.
Leeg of los van alles wat ons ervan weerhoudt om die volheid te zijn.
Nu klink ik erg stichtelijk en sommigen zullen het zweverig vinden, maar hoe meer je oefent des te meer je dit gaat ervaren.
Je oefent je onder andere in niet ‘iets’ of ‘iemand’ zijn. Iemand met status, iemand met een afwijking, met een huidskleur, een verleden, zonder toekomst, laag opgeleid, hoog opgeleid, veel volgers, succesvol …
Ram Dass noemde het Somebody training. Naarmate we ouder worden proberen we iets of iemand te zijn. We kijken om ons heen om bevestiging te vinden dat we inderdaad iets of iemand zijn geworden of in ieder geval op weg zijn om iets of iemand te worden.
Wat we elkaar en onszelf dus leren is dat dat wat we zoeken buiten onszelf ligt en dat je nog niets of niemand bent als je geboren wordt.
Vandaar dat ik je in mijn vorige blog Je Zielsverlangen - Pelgrimage 6, adviseer om terug te gaan naar de leeftijd waarop je nog niet probeerde iets of iemand te zijn.
Door oefening in stilte en meditatie kom je op een punt waarop je kunt zijn. Op dat moment word je de toeschouwer, degene die vanuit rust en stilte kan aanschouwen en beschouwen. Je bent de ware tegen gekomen.
Dan hoeft niet langer alles begrepen te worden want niet alles kan verklaard worden.
Deel te zijn van het mysterie zonder meegezogen te worden door dat mysterie.